Zat ik daar hip te zijn op een boomstronk
Het is een buitengewoon fijn stukje stad waar ik woon, de Amsterdamse Pijp, en zoals mijn rasechte buurman altijd roept: ‘Ik ga de Pijp niet uit.’ Nou, ik ook niet. Maar soms sta ik echt voor raadsels.
De buurt waarin ik woon is bovengemiddeld hip. De bakfietsmoeder in bloemetjesjurk is er passé. Het wemelt hier nu van de vaders met strak getrimde baardjes, die hun baby’s in een draagzak naar het veganistische kinderdagverblijf fietsen. Nee, zonder telefoon aan hun oor en ze appen ook niet, anders zou ik ze hoogstpersoonlijk achtervolgen en een oubollig standje geven.
Maar ze doen wel andere dingen die ik niet begrijp. Op de stoep fietsen ze bijvoorbeeld met uitgestreken gezicht om me heen, alsof ik een nieuwe verkeersregel volkomen gemist heb: ‘Mevrouw, u hoort tegenwoordig op de rijbaan te lopen hoor, langs de tramrails.’ ‘Ja, toet toet, ik ben niet gek, ik ben een vliegtuig’, zal ik er dan bij roepen, goed?
Concept stores
In al hun té coole winkeltjes, concept stores heten die en het zijn er héél véél, elke week een nieuwe, laten ze me gewoon rondscharrelen met het idee ‘ze is vast een beetje de weg kwijt maar niet gevaarlijk’. Zouden ze zich, net als ik, nooit afvragen of ze ooit winst zullen gaan maken. Ik bedoel: hoe origineel zijn 37 originele winkeltjes in één straat?
Tosti, tssss
Ook van ‘hun’ horeca raak ik soms het spoor bijster. Laatst nog. Ik wilde zoiets tuttigs als koffiedrinken met iemand. Bij de eerste twee etablissementen (kennen ze dat woord nog?) stonden lange rijen. Om elf uur ’s ochtends! Op een doordeweekse dag! Wachten lijkt het nieuwe mindfulness te zijn. Uiteindelijk belandden we dan toch ergens op een boomstronk aan een tafel vol digitale nomaden (hé, ik weet heus wel wat dat zijn hoor!). Na een minuut of tien over het hoofd gezien te zijn, ons vertwijfelend afvragend of we wel begrepen hoe het daar werkte, hadden we contact. Met een rode baard. Kop thee en een tosti graag. Help, zag ik de slechts Engels sprekende serveerder denken. ‘What kind of tea?’ ‘Black tea’ antwoordde ik. Daar kon hij me niet aan helpen, wel ‘flower or ginger’. OMG, dacht ik en koos ginger. De tosti werd een cinnamon bun. Logisch. Tosti, tssss…
De juiste vraag
Diezelfde dag. Omdat ik stiekem veel bijdetijdser ben dan mijn buurt denkt, wilde ik een nieuwe iPhone. Ik naar de Vodafone-winkel bij mij om de hoek. Rekening houdend met wat taal- en begripsbarrières. Bleek heel aardige jongen. Baardje stond hem leuk. Hielp me in no time aan alles wat ik nodig had en moest weten. Vond dat ik goede vragen stelde. Ouderwetse service. Ondertussen vertelde hij dat hij een eigen bedrijfje had dat bemiddelde tussen studenten en oude mensen, ter voorkoming van eenzaamheid. Ik vroeg meteen of we vrienden konden worden.
Waardeer dit artikel!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.