Spring naar content

Geniet of ik schiet!

Geniet! Ga genieten! Nu lekker genieten! Het is opvallend hoe vaak we het elkaar toewensen. Uiteraard altijd met de allerbeste bedoelingen. Dat weet ik. Begrijp me dus niet verkeerd: ik waardeer al het genieten dat me wordt gegund. Zeer. Echt. Maar ik krijg er ook het idee van dat ik MOET genieten. En dat ik faal als het niet lukt. Een simpel ‘geniet van het mooie weer!’ bezorgt me soms al enig ongemak. Want wat nou als ik die dag liever binnen blijf?

Waar het misgaat? Aan de letterlijke betekenis van genieten kan het niet liggen. Volgens Onze Taal betekent het niets anders dan ‘plezier beleven aan’. Toch kan ik met ‘veel plezier’ beter uit de voeten. Voelt luchtiger. Misschien is het de gebiedende wijs die me tegenstaat. Van nature krijg ik al hoog haar als mensen me vertellen wat ik moet doen, laat staan als ze me (goedbedoeld, ik weet het) een bevel geven.

Op commando

Genieten op commando. Zorgt voor (te) hooggespannen verwachtingen. Van alles van jezelf eisen. Nogal onhaalbaar concept. Volgens mij. Want uiteindelijk word je gefrustreerd, gestrest en met de tong op je hielen toch never nooit ‘de beste versie van jezelf’ (om maar eens een jeukterm te gebruiken). En genieten is het laatste wat je bereikt.

Wellicht maak ik het veel te moeilijk. Zeker op dit moment, want ik ben zojuist in de ‘geniet of ik schiet’-valkuil gevallen. Wat zeg ik? Het is een ravijn en ik ben er in gedoken. Met een aanloop. En echt niet alleen omdat het me zo vaak van harte is toegewenst; onbewust had ik de lat van tevoren ook wel erg hoog gelegd.

Great Reset

Dat ging zo. Na ruim twee heftige jaren, zowel op pandemie- als persoonlijk vlak, ben ik toe aan mijn eigen Great Reset. Een maand bij mijn vrienden in de VS leent zich daar bij uitstek voor. We hebben elkaar te lang niet gezien en naast het covidgedoe moest ik vanaf juni 2020 leren leven met het concept dat ik niet meer beter word. Ik ben serieus moe van alles wat me is overkomen. Bovendien dealden mijn zus en ik al die tijd ook met een doodongelukkige, dementerende moeder. Dat was soms hel. Maar dit was steeds mijn stip aan de horizon: zodra het kon, zou ik in het vliegtuig stappen. Om eens lekker te gaan genieten. Nou ja, zo formuleerde ik het natuurlijk niet, gezien mijn relatie met het begrip, maar in mijn onderbewustzijn was dat wel de strekking.

Nogal egoïstisch was ik trouwens doodsbenauwd dat mijn moeder roet in mijn eten zou gooien, want ze ging hard achteruit en ik zag al voor me hoe ik net in Atlanta aanbeland per kerende post weer op het vliegtuig zou kunnen. Vette stress kreeg ik van dat idee, maar het ‘probleem’ loste zichzelf op: tweeënhalve week voor mijn vertrek overleed ze aan de gevolgen van een longontsteking. Een opluchting, want niet alleen zij was daar aan toe.

Business class

Na alle commotie en emotie rond haar overlijden had ik nog tien dagen om mijn huis grondig airbnb-proof te maken en trof ik de langverwachte voorbereidingen voor mijn trip. Als mensen vroegen hoe het ging, antwoordde ik: ‘Heel gek, ik loop echt te zoeken naar mijn verdriet, maar ik kan het niet vinden.’ Ik dacht: dat rouwen om mijn moeder sla ik gewoon over, geen tijd voor, geen zin in, we hebben nu wel genoeg meegemaakt. Monter checkte ik online in, mezelf een betaalbare upgrade naar de business class cadeau doend. Waar ik trouwens elke minuut van heb Genoten. Inderdaad, met een hoofdletter. Eindelijk was mijn helende maand aangebroken. Geniet. Geniet. Geniet. Zo klonk het in de dagen voor mijn vertrek. En dat was precies wat ik van plan was. Plus fit en vrolijk worden.

Miss Patti

Nou. Toen mijn jetlagmist na een paar dagen acclimatiseren optrok, ging er iets mis in mijn ribbenkast. Na een zeurderige aanloop te hebben genomen, vestigde een messcherpe pijn zich in mijn sleutelbeen en schouderblad. Niet te doen, ik wilde naar huis. Nu is mijn vriendin Yvonne, bij wie ik logeer, nogal doortastend. Dus ze zette me in de auto op zoek naar een fascia- of fysiotherapeut die me kon helpen. Miss Patti kwam op ons pad: die bleek zelf ook borstkanker te hebben gehad en terwijl ze me kneedde, prevelde ze gebedjes voor mijn loszittende tranen. Om me te helen. Het hielp.

Huilen om Willie

Eind van die week vertrokken we naar New Orleans voor het enige dat ooit op mijn bucketlist heeft gestaan: mijn grote 89-jarige liefde Willie Nelson op Jazzfest zien. In die stad, mijn happy place, waar ik altijd gelukkig ben door er simpelweg te zijn. Toen we vrijdagmiddag laat over de brug bij Lake Pontchartrain de stad binnenreden, vond ik dat een magisch en ontroerend moment. Wie had twee jaar geleden, toen ik mijn diagnose kreeg en nauwelijks nog kon lopen, verwacht dat ik hier ooit nog eens zou zijn? Ik niet. Ongelooflijk, dat ik daar zondag op dat veld in de avondzon zou staan met Willie binnen handbereik. Bij het ontbijt de volgende ochtend bleek hij zijn optreden echter te hebben gecanceld; een bandlid met covid. Ik, volwassen vrouw, inmiddels toch echt wel gewend om het een en ander te incasseren, huilde, de teleurstelling werd me te veel. In plaats daarvan zagen we Stevie Nicks en maakten we het beste van het weekend. Dat lukte echt wel, maar genieten? Nee, dat was het woord niet. En dat verweet ik mezelf. Ondankbaar. Verwend.

Rouwen

Weer ‘thuis’, in Johns Creek, Georgia, blijft het worstelen. Pijntjes en klachten. Soms slaat de angst me om het hart, meestal is het vooral hinderlijk. Ik ben vaak doodmoe, moet af en toe ineens huilen en vind het allemaal om de dooie dood niet meevallen. Pfff. Wat hadden we nou afgesproken dat ik hier zou gaan doen?

Een paar dagen geleden, aan het begin van mijn derde week hier, begon er iets te dagen. Misschien proberen mijn tegenstribbelende lichaam en geest me wat duidelijk te maken. Dat ik op dit moment het verlies van mijn moeder aan het verwerken ben bijvoorbeeld? Dat genieten op dit moment niet mijn belangrijkste opdracht is, maar rustig de tijd nemen om te rouwen wel. Uiteraard wenste niemand me dat voor vertrek toe, maar dat betekent niet dat ik het kan overslaan.

Deze nieuwe benadering lijkt te werken. Ineens heb ik wel helder dat ik toch maar mooi bij mijn lieve vrienden ben en dat ik ook nog eens gewoon verdrietig mag zijn. Op de veranda lees ik The Yellow House van Sarah M. Broom, precies het boek over New Orleans dat ik na ons bezoek interessant vind, ik zwem elke dag, het is permanent stralend weer en zaterdag hebben we voor het Capitool in Atlanta gedemonstreerd tegen die gestoorde anti-abortusplannen van het Supreme Court. Hoe erg het ook is dat dat weer op de politieke agenda staat hier, voor mij voelde het alsof ik heel even deel uitmaakte van de Amerikaanse geschiedenis. Daar genoot ik van. Zomaar.

 

Waardeer dit artikel!

Als je dit artikel waardeert en een kleine donatie wilt doen, dan vind ik dat heel aardig! Dank! 

Mijn gekozen donatie € -
Categorie:
Scroll naar boven