Spring naar content

Wat wil je dat ze vinden?

Naast mijn werk als journalist heb ik tien jaar als opruimcoach gewerkt. Nog steeds houd ik ervan. Zoals van het Zweedse fenomeen döstädning, het gebruik om tijdens je leven je spullen te ordenen, zodat je je nabestaanden er niet mee opzadelt. Dit is een verhaal voor zowel ouders als kinderen.

“Hij had dus sinds de jaren zestig ál zijn bankafschriften bewaard. En als dat het enige was, maar je wilt niet weten wat we allemaal weg hebben gegooid, tientallen jaargangen oude tijdschriften, brieven van het energiebedrijf uit het jaar kruik, minstens tachtig overhemden waarvan de meeste zeker vijftig jaar niet gedragen.” Een vriend van me heeft net het huis van zijn overleden vader leeggehaald, weken is hij met zijn zussen bezig geweest. Het was een rotklus, waar ze echt even van moeten bijkomen.

Walk down memory lane

Zelf hebben mijn zus, zwager en ik het ook gedaan met het huis van mijn dementerende moeder, toen ze in een verzorgingshuis ging wonen. Totaal ander verhaal. Natuurlijk was het een hoop werk en zijn we er dagen mee in de weer geweest, maar meer dan twee weken zijn het echt niet geweest. Mijn ouders zijn namelijk altijd buitengewoon opgeruimd geweest #dankbaar. Daardoor werd het vooral een walk down memory lane: we lieten alles nog eens door onze handen gaan. Mijn moeders studio richtten we in met alles wat haar dierbaar was en vooral veel foto’s. Voor andere spullen vonden we een nieuwe plek in onze eigen huizen. Het was een mooi afscheidsritueel, soms met een traan, vaak weemoedig, maar mijn zus en ik herinnerden ons vooral ook veel vrolijke dingen.

Ouderlijk huis ontruimen

Het zijn twee tegenovergestelde ervaringen met iets waar we vroeg of laat in ons leven allemaal mee te maken krijgen: het ontruimen van het huis van onze ouders. Meestal hikken we daar al ruim van tevoren stevig tegenaan. En met een beetje pech (want chronische bewaarouders) zijn we er ook zo maanden mee bezig. In Zweden lijken ze daar iets op gevonden te hebben: döstädning heet het, het gebruik om tegen het einde van je leven je materiële bezittingen te ordenen. De belangrijkste vraag daarbij is: wat wil je dat er gevonden wordt als je er niet meer bent? Margareta Magnusson, naar eigen zeggen ‘ergens tussen de tachtig en honderd jaar oud, schreef er een verrassend vrolijk boek over. Het verscheen eerst met de ongezelligste titel ooit: Opruimen voor je doodgaat, maar is nu verkrijgbaar als De edele Zweedse kunst van het opruimen. Zij vindt: doe je het de kinderen aan om na je dood hele zolders en kelders uit te moeten mesten? Dat is immers best een zware taak in een toch al verdrietige tijd. Niet dat het zelf alvast opruimen altijd even eenvoudig is, maar er is toch veel voor te zeggen, al dan niet met hulp van de kinderen.

Weleens gehoord van döstädning?

Al voor ik van döstädning had gehoord, hield het verschijnsel me bezig. Als professioneel opruimer word ik namelijk regelmatig ingeschakeld door oudere mensen, meestal als ze kleiner gaan wonen. In de loop der jaren heb ik daar veel van geleerd over de ‘emotionele lijm’ die aan spullen kan zitten. Die maakt het niet altijd makkelijk om afscheid van dingen te nemen. Ooit hielp ik bijvoorbeeld een echtpaar op hoge leeftijd, waarvan de vrouw echt álles zonde vond om weg te doen. Zoals de zeker vijftig jaar oude damasten tafelkleden met vergeelde strepen op de vouwen. Met wat goede wil kon alles nog jaren mee, vond ze, gewoon een kwestie van de gaatjes stoppen en goed laten stomen. Dat klusje leek haar wel wat voor haar schoondochter. Die daar, vermoedde ik meteen, totaal niet op zat te wachten. Dat bleek ook, grote teleurstelling bij de oude mevrouw. Pas toen mocht ik het naar de kringloop brengen, maar ze wilde wel een foto van dat ik het daar echt afleverde, zodat ze zeker wist dat ik het niet stiekem weggooide. Ik vond haar worsteling om afscheid van dingen te nemen hartverscheurend. Het is een bekend verschijnsel, lees ik bij Margareta Magnusson: “Zulke situaties raken ons vaak het meest. Door al je oude spullen heen gaan, stilstaan bij de laatste keer dat je ze gebruikte en hopelijk afscheid nemen van sommige ervan is voor velen van ons erg moeilijk. Mensen hamsteren liever dan dat ze iets weggooien.”

Compassie

Voor mij was dit een leerzame ervaring die me duidelijk maakte dat het begeleiden met opruimen naar een volgende (soms laatste) levensfase met compassie moet gebeuren. Aan veel spullen ‘kleeft’ van alles waar een relatieve buitenstaander geen weet van heeft: je ruimt als het ware een heel leven op en dat vraagt om liefde en vooral ook tijd. Als kinderen hun ouders hiermee gaan helpen, is het goed dat ze zich dit van tevoren realiseren: het is geen werkproject dat efficiënt moet worden gemanaged maar een proces dat om geduld vraagt.

Doe het samen

Het samen doen als er nog niets aan de hand is kan een heel goed idee zijn. Een mooie en waardevolle herinnering voor later. Haal af en toe eens een doos tevoorschijn en zoek die samen met (een van) de (klein) kinderen uit. Vertel herinneringen, berg foto’s op een andere manier op, koop mooie lijstjes, maak (online) albums. Geniet ervan om de verhalen te vertellen. Geef de koektrommel van moeder mee aan de (klein)dochter die net is gaan samenwonen. Ingrid Bense deed het op deze manier met haar ouders en bewaart er goede herinneringen aan: “Twee jaar terug verhuisden mijn ouders na 35 jaar van een overvol herenhuis naar een appartement. Een jaar lang heb ik elke maandag samen met hen opgeruimd en uitgezocht. Ik ben blij dat we het samen hebben kunnen doen, het was intensief maar ook mooi.”

Of alleen

Maar alleen mag natuurlijk ook. Het döstädning-principe is niet alleen een manier om nabestaanden nergens mee op te zadelen, maar ook een ritueel is dat helpt om te reflecteren op het leven – of dat nu binnenkort op zijn einde loopt of nog bij lange na niet. Door erfstukken te scheiden van rommel worden ook waardevolle herinneringen geordend. Mijn bijna 80-jarige vriendin Tineke kende het Zweedse verschijnsel helemaal niet, maar begon er aan het begin van de corona lockdown spontaan mee: “Ik dacht ineens: stel dat ik besmet raak en het niet overleef, dan is het hier wel heel rommelig. Wekenlang ben ik bezig geweest, het was heerlijk rustig om me heen want niemand mocht op bezoek komen, ik heb alles uitgezocht waar ik normaal niet aan toe kom, er was alle tijd om uitgeknipte artikelen en oude brieven te lezen, foto’s te sorteren en een beetje te mijmeren. Voor mijn klein- en schoondochters heb ik een kledingrek uitgezocht vol vintage kleren die al decennia in de kast lagen, maar die nu weer enthousiast worden gedragen. En het grootste voordeel vind ik nog wel dat ik nu zelf ook geniet van de rust en ruimte die een opgeruimd huis je geeft.” Het is precies wat Margareta Magnusson er onder meer over schrijft: “… ik ben erachter gekomen dat het loont om nog wat tijd door te brengen met de dingen voordat je er afstand van doet. Elk voorwerp heeft zijn eigen verhaal en vaak is het prettig om je dat verhaal voor de geest te halen.”

Geef spullen een verhaal

Van verhalen en herinneringen krijgen spullen betekenis. Inmiddels heb ik bijvoorbeeld zelf een plank vol zilveren en kristallen spulletjes, prachtig, maar ik merk dat het me weinig doet, want ik heb er verder geen herinneringen aan. Wel kijk ik elke dag met veel plezier naar een knalrode sixties vaas en best wel lelijke seventies karaf die ik me al vanaf mijn vroegste jeugd herinner. Zonder verhaal is een voorwerp niets anders dan dat: een voorwerp. Terwijl als je vertelt dat het een vaas is die je bij je verloving kreeg van een lievelingstante naar wie je je dochter hebt genoemd, dan zegt dat veel meer.

Toen haar moeder was overleden, miste Karin Visser-Conradi precies dat, de verhalen bij de spullen die ze op moest ruimen: de herinneringen in de vitrinekast, de spullen die van opa (toch?) zijn geweest, de achtergronden. Zij heeft een belangrijke tip voor iedereen met ouders met veel spullen: “Pak je camera. Zet je moeder of vader ernaast en laat ze álles aanwijzen, vertellen, wat is het verhaal? Film die anekdotes en daarmee de historie achter de dingetjes. Doe het. Want je vergeet zelf ook. En kies een moment waarop het nog niet beladen is en ze niet boos worden omdat je pessimistisch lijkt (‘Ik ben niet van plan hieraan dood te gaan hoor!’).”

Als je trouwens wel wilt opruimen, maar het idee ‘voor je dood’ staat je tegen, bedenk dan dat het begrip veel breder kan worden getrokken. In feite kun je het op elk moment in je leven doen, verhuizingen en ‘lege nesten’ zijn ook zeer geschikte gelegenheden om eens schoon schip te maken.

Foto’s en brieven

Begin niet met foto’s, brieven of wat voor persoonlijke documenten ook. Het kan leuk maar ook een beetje verdrietig zijn om door je foto’s en brieven heen te gaan, maar één ding is zeker: als je er eenmaal mee begint, komen er allerlei herinneringen naar boven en kom je helemaal niet meer aan opruimen toe. Uit: De edele Zweedse kunst van het opruimen

Zo kan het ook

“Mijn zus en ik hebben, na het overlijden van onze vader, afgesproken dat als we ruzie zouden krijgen over iets, we het kapot zouden gooien. Werkte perfect, er is niets gesneuveld.”

Lezen

De edele Zweedse kunst van het opruimen is een praktische gids die je helpt inventariseren wat écht belangrijk is, om zo comfortabel en stressvrij mogelijk met je bezittingen om te gaan. Margareta Magnusson bespreekt het proces van herinneren, ouder worden en de dood op verrassend vrolijke wijze, en laat zien dat döstädning een ontroerende en waardevolle methode is die jou of iemand die je liefhebt kan helpen om al het geluk te vieren dat een mens in een leven verzamelt. De Bezige Bij € 12,50

Hulp nodig?

Als de kinderen geen tijd hebben en ouders ertegenop zien om de klus zonder hulp te klaren, kan het een goed idee zijn om een professional organizer in te schakelen. Voordeel hiervan is ook dat een buitenstaander geen emotionele band heeft met de spullen maar wellicht wel net dat duwtje kan geven om van sommige dingen tócht afscheid te nemen. Zonder te zeggen: “Ja maar mam, het is een spuuglelijk ding, waarom zou je dat in ’s hemelsnaam nog willen bewaren?’ Of iets dergelijks. Wees niet bang dat organizers er alleen maar op uit zijn om alles weg te doen, ze zullen altijd rekeningen houden met de personen voor wie ze werken en de situatie. Voor meer informatie kun je contact opnemen met de Nederlandse Beroepsvereniging van Professional Organizers (NBPO): nbop.nl

Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! 

Totaal: € -

Dit artikel verscheen eerder in Libelle 42-2020

Categorie:
Scroll naar boven