In elk stadje een ander flatje
Freelance journalist Caroline Griep is gek op mooie reizen naar verre oorden. Ze zou het liefst wereldwijd een hele trits huizen kopen (en cash afrekenen alstublieft), maar dat winnende staatslot laat nog steeds op zich wachten. Daarom bedacht ze een creatieve list: huizenruil.
Het leukste van een staatslot vind ik misschien wel in de aanloop naar de trekking voluit dromen over wat ik met mijn miljoenen ga doen. Waar ik ga wonen. Ooit was ik redacteur bij bladen als Eigen Huis & Interieur en Villa d’Arte en nog steeds probeer ik me overal voor te stellen dat ik er woon of dat ik het verbouw. Prettig soort beroepsdeformatie, inmiddels zelfs een hobby, waar ik me eindeloos mee kan vermaken. Vrijwel elke maand krijgt mijn niet al te grote bovenhuis dus een denkbeeldige make-over in de aanloop naar het winnen van de loterij. En dan is er natuurlijk de prangende vraag wat ik in het buitenland zou willen aanschaffen als ik het geld heb opgehaald. Koop ik een appartement op de boulevard in de zomerse stad van mijn tienerjaren Cannes of een houten huis met veranda op mijn favoriete plek op de wereld New Orleans? Of allebei? Ik reken cash af.
Creatieve listen
Helaas won ik tot nu toe pas veertig euro, dus houd ik mezelf voor dat bezit ook niet alles is. Brengt maar gedoe met zich mee: schilders, loodgieters, tuinmannen en wat dies meer zij. Dat moet zorgelozer kunnen. Maar omdat een hotelvakantie op mijn geliefde plekken er ook niet altijd inzit en ik er in afwachting van het schip met geld ook weleens tussenuit wil, bedenk ik graag creatieve listen. Wie niet rijk is, moet vooral slim zijn om dromen waar te maken.
New Orleans
Daarom doe ik aan huizenruil. Over wegdromen gesproken: ik heb er net weer een rondje huizenjacht door New Orleans op zitten, want daar wil ik in april heen. Ik verloor er mijn hart toen ik er begin 2006 voor een reportage was, niet lang nadat orkaan Katrina er had huisgehouden. Te midden van de enorme bak ellende die het toen was, werd ik verliefd. Niet op een man, maar op een verwoeste stad vol mensen die in al hun wanhoop de moed erin hielden. Bleek niks tegen te beginnen, tegen die verliefdheid: als ik thuis ben, heb ik serieus heimwee, dus als het even kan, ga ik terug. Voor de sfeer, voor de mensen, de muziek, het eten, de Mississippi waar ik zo graag vanaf de kade over uit zit te kijken, mijn vrienden en, uiteraard, voor de huizen. Zinnenprikkelend, van de knusse creole cottages tot de statige mansions met hun veranda’s. Alleen al van er rondwandelen en fantaseren, veel fantaseren, word ik zielsgelukkig.
Droomruil
Mijn droomruil aller tijden deed ik er een paar jaar terug tijdens het jaarlijkse jazzfestival. Mijn lokale vriendin gaf me geen schijn van kans tijdens deze periode waarin mensen van over de hele wereld naar New Orleans komen, maar ik regelde het. Helemaal gratis en voor niks: een appartementje (condo zoals dat heet) met een courtyard in de French Quarter, het historische centrum. Een match made in heaven: de dochter van de alleraardigste gepensioneerde eigenaren bleek in Amsterdam te wonen en ze wilden hun kleindochter zien. Op mijn vraag of ze voor de kat wilden zorgen, kreeg ik een mail met hun eigen kattengeschiedenis.
Trombone Shorty
Een week lang leefden mijn muzikale dochter en ik er onze droom tussen de jazzmuzikanten. Letterlijk. Op straat als we de deur uitliepen, in de deli op de hoek, overal werd muziek gemaakt. Met als hoogtepunt het feest in de tuin naast ons. Ik stond te koken met de terrasdeuren open, glas wijn in mijn hand, beetje swingen op de livemuziek bij de buren. Toen mijn vriendin arriveerde, riep ze na drie klanken gehoord te hebben: ‘Maar dat is Troy!’ Internationaal bekend als Trombone Shorty stond dit enorme talent met zijn band lekker een showtje te geven aan de andere kant van onze tuinmuur, we mochten bij de bovenburen vanaf het balkon mee komen kijken. Only in New Orleans is een uitdrukking die je pas begrijpt als je er bent geweest. Voor dit jaar heb ik net een ruilverzoek verstuurd, voor zo’n roodgeverfd houten huis met een veranda en een schommelbank, Troy zie ik gelukkig al eerder, die speelt in maart in Paradiso.
Prettig prijskaartje
Ook kijk ik deze dagen uit naar een fijn huis in het mondaine Cannes. Daar breng ik al sinds mijn tienerjaren zo graag mijn zomervakanties door en ik leerde er ooit mijn eerste vriendje op het strand kennen. De laatste keer zaten mijn dochter en ik er in een karakteristiek appartement om de hoek bij de oude haven, vijf minuten lopen van het strand, met voor de deur de overdekte dagelijkse markt. ’s Ochtends vroeg op het balkon, met mijn kop thee, net gehaald fruit en een verse croissant, had ik écht niets meer te wensen. Dat had ik trouwens ook niet toen we er in een ieniemini studiootje in zo’n Frans landhuis logeerden. Geen enkele luxe, maar een grote tuin waarin ik vanuit mijn stoel de tomatenplanten zag groeien. Elke ochtend hing ik er, puur voor mijn plezier, een wasje aan de lijn, omdat dat er zo sfeervol uitzag.
Leven als een local, ik geloof niet dat er iets beters bestaat. De eigenaren draaiden in beide gevallen een toptijd in mijn huis. Prijskaartje voor acht dagen verblijf aan de Zuid-Franse kust? Inclusief twee retourtickets Amsterdam-Nice: 350 euro. Meestal heb ik trouwens mijn laptop bij me en klus ik in de ochtenduren een paar uur om vervolgens de middagen op het strand of waar dan ook door te brengen. Verdien ik ook nog wat. Wie niet rijk is, moet slim zijn.
Huizenruilmagneet
Het helpt, denk ik, wel dat ik iets heb waar veel buitenlanders op hun beurt van dromen, of ze nu in een appartement in New York wonen of in een villa met zwembad aan de Côte d’Azur. Ik heb namelijk een huis midden in de Amsterdamse Pijp. Op loopafstand van zo’n beetje alles wat je je wensen kunt en anders is het openbaar vervoer om de hoek. Zelfs de halte van de Noord-Zuid-lijn is maar drie keer languit vallen. Twee slaapkamers, fijne badkamer, goed uitgeruste keuken en een balkon. Niet luxe maar behoorlijk sfeervol, al zeg ik het zelf. Dat is dus een huizenruilmagneet van wereldklasse. De verzoeken vliegen me zo nu en dan om de oren. Of ik naar Buenos Aires wil komen, Zuid-Afrika, zelfs een strandhuis op Hawaii staat tot mijn beschikking. Serieus, de ene locatie is nog verleidelijker dan de andere.
Als ik de tijd had, zou ik mijn leven kunnen slijten in andermans huizen op iedere gewenste plek. Wie weet ga ik dat wel doen als ik wat ouder ben en mijn tijd nog meer zelf kan indelen. Tot dat moment geniet ik van mijn loten uit de loterij, want dat zijn het steeds weer, die gratis huizen. En ik ben niet de enige enthousiasteling, het is een levendige bedoening op homeexchange.com, de site die wereldwijd ruilers met elkaar in contact brengt.
Bezwaren
Toch merk ik aan de reacties van niet-ruilers dat veel mensen om te beginnen vooral aan de bezwaren denken. ‘Vind je dat niet eng, vreemden in je huis?’ ‘Is toch een vies idee dat er iemand anders in je bed slaapt?’ Of: ‘Maar dan moet je alles heel goed opruimen en schoonmaken voor ze komen, daar zou ik dus echt geen zin in hebben.’ Godzijdank ben ik gezegend met een groot gemak: het interesseert me werkelijk niks wie mijn waterkoker gebruikt of zijn hoofd op mijn kussen legt (over dat laatste: als ik terug ben, was ik alles op 60 graden, verder besteed ik er geen enkele gedachte aan).
Ook ben ik een opgeruimd type. Als het nodig is en ik maak me even kwaad, heb ik tegenwoordig mijn hele huis in een ochtend of middag aan kant: spic, span en huizenruilklaar. Voor twijfelaars: als je je huis lekker opgeruimd en schoon achterlaat, is de kans 99% dat je het bij terugkomst nóg schoner aantreft. Zo werkt dat bij ons huizenruilers, omdat het een kwestie van wederzijds vertrouwen is.
Airbnb
Dat voelt voor mij wezenlijk anders dan verhuren via airbnb, omdat er dan geld wordt betaald voor je huis. Toch vind ik dat ook wel wat hebben: mijn boel omtoveren in een hotelletje, al ligt de opruim- en schoonmaaklat daarbij wat hoger. Anders dan bij huizenruil berg ik dan meer persoonlijke spullen op en doe ik een van de slaapkamers op slot. Mijn hulp komt tussen de gasten door schoonmaken en de sleutel ligt bij het café op de hoek. De logistiek daarvan is even puzzelen, maar dan loopt het als een zonnetje.
In de tussentijd logeer ik dan bijvoorbeeld in de huizen van vrienden die met vakantie zijn. Afgelopen zomer verbleef ik aan de Vecht, waar ik met dat prachtig mooie weer iedere ochtend voor het ontbijt in zwom. Terwijl er om de paar dagen een aardig bedrag op mijn rekening werd gestort. Van dat geld bekostig ik dan weer de tickets naar mijn volgende ruilhuis. En ik koop er een staatslot van. Want ja, je weet maar nooit…
Gepubliceerd in JAN Living voorjaar/zomer 2019
De pdf kun je hier lezen